Jeroen Fokker
april 2022
Lawines razen is een bij velen -ook bij mij- geliefd kinderboek uit 1954, bekroond met een Gouden Griffel, of zoals dat toen heette: 'Kinderboek van het jaar'. Schrijfster An Rutgers van der Loef-Basenau heeft zich bij haar boeken vaak laten inspireren door krantenknipsels over actuele gebeurtenissen. Voor Lawines razen was dat de dramatische "lawine-winter" die in januari/februari 1951 Zwitserland en Oostenrijk teisterde. Met een beetje hulp van Internet kunnen we nu reconstrueren welke gebeurtenissen precies ten grondslag liggen aan het verhaal in het boek. Een krantenpagina die zeker in An's knipselmap zal hebben gezeten is de Neue Zürcher Zeitung (NZZ) van 22-1-1951, twee dagen na de eerste lawines van zaterdag 20 januari 1951. De gebeurtenissen die daarin worden beschreven komen in het boek ook terug: in het verhaal zelf, of anders wel in de radioberichten die er in voorkomen. Aan de hand van de fictieve plaatsen Urteli, Glarmatt, Brachen en Valgretto, waar Lawines razen zich afspeelt, gaan we op zoek naar de echte plaatsen in Zwitserland, en de lawine-drama's die zich daar hebben afgespeeld! |
In de naam Urteli is het kleine kanton Uri te herkennen, en ook het achtervoegsel -teli is een verkleinvorm. Het gaat hier om een klein dorp, dat is wel duidelijk. Maar een dorp met die naam is er niet in Zwitserland.
Ook de namen van de bergen Kühelihorn en de Glarbatscher, hoe Zwitsers ze ook klinken, bestaan niet. Maar er is wel een Kühnihorn! Dat is in de toenmalige spelling. Tegenwoordig zijn alle namen op de topografische kaart in het plaatselijke dialect geschreven, en is het de Chüenihorn geworden.
Kaart van het gebied: links in 1952, rechts de moderne kaart. De kaart is afkomstig van de Zwitserse topografische dienst, waar je in het "Zeitreise"-menu ook historische kaarten kunt opvragen.
Dit moet haast wel de inspiratiebron van An Rutgers van der Loeff zijn geweest. Dat zou betekenen dat het dorpje Sankt Antönien model heeft gestaan voor Urteli. In de NZZ staat een berichtje over "de lawines in het Sankt Antönierdal", waar "de Kühnihorn-lawine bijna elk jaar wel schade en ongeluk brengt, maar die ditmaal met enorme massa's sneeuw naar beneden kwam".
Foto van de Kühnihorn, gemaakt door de user met nickname "alpstein" op het bergtochtenplatform hikr.org, waar je nog veel meer over deze en andere bergen kunt vinden.
Op de foto's kun je zien dat er rond de top de berg tegenwoordig veel lawine-hekken staan, die ervoor moeten zorgen dat de sneeuw niet meer in beweging komt. In combinatie met de bossen lager op de helling, die er toen ook nog niet waren, is het dorp tegenwoordig veel beter beschermd dan in 1951.
De manier waarop de lawine het dorp treft lijkt echter meer op wat er gebeurde in het dorp Vals in midden-Graubünden. Hoe dat in zijn werk ging kunnen we lezen in de Valser gemeentekroniek, waarin in 2005 een artikel staat over de gebeurtenissen in 1951. In het centrum van het dorp worden meerdere woonhuizen, en een deel van het hotel 'Adula' verwoest. (In het boek heet het deels verwoeste hotel in Urteli 'De Zon', maar staat er wel een hotel 'Adula' in Glarmatt.) An Rutgers van der Loeff heeft dit waarschijnlijk gelezen in de NZZ, waarin ook over dit dorp een artikeltje staat.
Vals was het zwaarst getroffen dorp in januari 1951. De evacuatie zoals in hoofdstuk 7 beschreven staat komt overeen met het bericht in de NZZ: "in het dorp werden in totaal 31 personen bedolven, die zich niet zelf konden bevrijden. Om middernacht, toen de dorpsbewoners inzagen dat ze zonder hulp van buitenaf de verongelukten niet konden bijstaan, ging een patrouille te voet naar het dal om verslag te doen van de gebeurtenissen. De patrouille bereikte het 10 kilometer dalwaarts liggende Furth pas na vier uren." Dat is precies zoals in het boek wordt beschreven! Het plaatsje Furth kun je tegenwoordig op de kaart terugvinden onder de naam Uors.
Zoektocht naar onder de sneeuw bedolven personen in Vals (foto uit de Valser Chronik 2005)
Meer over de lawine in Vals is te vinden op deze website over alle belangrijke lawinewinters. Er is zelfs een stukje uit het bioscoopjournaal over.
De evacuatie in hoofdstuk 7 van het boek is dus naar de plaats Furth/Uors, wat dan model zou moeten staan voor Glarmatt. Maar dat past niet goed. Zo is er in Uors bijvoorbeeld geen station. Het lijkt erop dat An Rutgers van der Loeff hier weer een sprong heeft gemaakt naar een andere plaats: Andermatt.
De variatie op de naam wijst in deze richting. Net zoals bij Urteli een deel van de naam van het kanton Uri is geleend, zo is er in Glarmatt een stukje van de naam van het kanton Glarus ingebouwd. En ook over Andermatt staat er een artikeltje op de pagina in de NZZ waarin ook de situatie in Sankt-Antönien en Vals beschreven werd.
Opruimingswerk in Andermatt (Foto uit het artikel Der Lawinenwinter 1951 van Laternser & Amman)
Maar wat vooral sterk wijst op Glarmatt = Andermatt: de treinreis zoals in hoofdstuk 9 beschreven (door een kloof met veel tunnels) past heel goed op de Schöllenen-bahn tussen Andermatt en Göschenen, die inderdaad ook geblokkeerd is geweest. En ook de in hoofdstuk 10 vermelde "wachtende expresstrein Luzern-Rome" komt inderdaad langs Göschenen, bij de noord-ingang van de Gotthardtunnel.
Een hotel met de naam 'Adula' in Andermatt is onwaarschijnlijk. Adula is de naam van de streek rond Vals, en in werkelijkheid stond er inderdaad een hotel Adula in Vals. Maar deze kleine continuity error zullen we An vergeven.
De Schöllenenbahn Andermatt-Göschenen (foto gemaakt door de Hongaarse treinspotter Albert Nagy). De foto uit 2009 toont een moderner treintype dan in 1951 in gebruik was, maar zo'n tunneltje als dit is precies wat in het boek beschreven wordt.
In het boek reizen Werner en zijn vrienden per trein van Glarmatt naar Brachen. In werkelijkheid verbindt deze trein Andermatt met Göschenen. Maar Göschenen is eigenlijk een te klein dorp om model te staan voor Brachen. Beter past Airolo, bij de zuid-ingang van de Gotthardtunnel. Airolo wordt niet genoemd in de NZZ van 21 januari. Het dorp is in werkelijkheid wel getroffen door een lawine, maar pas enkele weken later (12 februari 1951).
Luchtfoto van Airolo na 12 februari 1951 (foto uit Laternser & Amman).
Airolo als model voor Brachen klopt ook heel goed met de expeditie naar Valgretto uit hoofdstuk 11, "drie uur klimmen" vanaf Brachen. Hierin is de naam van het Val Bedretto te herkennen. Tegenwoordig loopt door dit dal de autoweg naar de Nufenenpass, maar die bestond nog niet in 1951. Destijds was er alleen een landweggetje naar het dorpje Bedretto, dat natuurlijk ook diep onder sneeuw lag in januari 1951. Dit dal, en andere zijdalen bij Airolo, waren geheel afgesneden van de buitenwereld en moesten vanuit de lucht bevoorraad worden - een motief dat we ook in het boek terugvinden. Bedretto is na de lawines van februari door bewoners met vee en al tot ver in het voorjaar verlaten.
Bedretto in februari 1951 (foto uit Laternser & Amman).
Inderdaad ligt Bedretto op ongeveer drie uur lopen vanuit Airolo (kaart uit 1960).
Het Pestalozzi-kinderdorp in Trogen (kanton Appenzell) bestaat wel echt, precies zoals in het boek wordt beschreven. Het is in 1946 geopend als nieuw thuis voor oorlogswezen uit heel Europa. Dat heeft wereldwijd veel aandacht gekregen, en documentatie erover heeft ongetwijfeld in de knipselmap van An Rutgers van der Loeff gezeten.
Het situeren van een groep jongens uit dit kinderdorp in de context van de lawine-ramp van 1951 is een literaire meesterzet van An Rutgers van der Loeff geweest. De confrontatie van de temperamentvolle italiaan Paolo uit het kinderdorp en de stugge Werner uit het Zwitserse bergdorpje vormen de werkelijke kern van het boek. De overeenkomsten tussen het oorlogstrauma van Paolo en het lawineramp-trauma van Werner brengt ze dan toch tot elkaar, wat het boek zo ontroerend maakt.
Het Pestalozzi-kinderdorp in Trogen (foto van Wikipedia)
In het Wikipedia-lemma over het Pestalozzi-dorp kunnen we lezen hoe het verder is gegaan met het dorp. Vanaf 1960 werden ook vluchtelingen van buiten Europa (Tibet) opgenomen. In 1992 vonden voor het laatst kinderen direct vanuit het buitenland (Bosnië) in het dorp een nieuw thuis. Rond 2005 woonden er nog 120 kinderen. In 2014 werd het dorp bij gebrek aan nieuwe bewoners gesloten. Maar vanaf 2016 wonen er toch weer 30 alleenstaande minderjarige vluchtelingen.